Skip to main content

Innerlijk Kind Therapeut

Bevrijd jezelf
Je kunt een ander niets leren.
Je kunt hem alleen helpen het in zichzelf te vinden. “Galileo”  

Richtlijnen voor een gelukkig leven waarin je kind verder kan genezen.

1. Alles wat er in je leeft mag gevoeld worden.

Gevoelens zijn niet goed of verkeerd. Ze zijn er gewoon. Er is niemand die je kan vertellen wat je zou moeten voelen. Om je gevoelens beter te leren kennen en om er goed mee om te gaan is het belangrijk je gevoelens te leren onder woorden te brengen naar jezelf en anderen. Zorg regelmatig voor een veilige, niet-kritische omgeving waarin er ook ruimte is voor het uiting geven aan je kind-emoties. Je kunt de communicatie van confronterende gevoelens naar anderen veiliger maken door duidelijk te maken dat een deel van jou zich zo voelt en door jouw gevoelens niet te projecteren op de ander, maar het bij jezelf te houden. Een voorbeeld hiervan: “Ik merk dat ik vanuit mijn wijze deel kan begrijpen dat je nu weggaat, maar ik voel dat het Kind in mij zich heel sterk in de steek gelaten voelt”. Hoewel het goed is om alle gevoelens te voelen is het lang niet altijd passend om die gevoelens ook uit te leven door ze om te zetten in woorden of daden. Een van de belangrijkste dingen die je aan het ontwikkelen bent is het leren onderscheid te maken tussen jezelf en het (gekwetste) Kind in jou. Zou je alleen maar “in je Kind” zitten, dan is er geen ruimte voor de “innerlijke Ouder” die jouw kind zo hard nodig heeft om te kunnen genezen.

2. Het is goed om contact te maken met al je behoeften en verlangens.

Hierdoor gaat je levensenergie stromen. Wanneer je verbonden bent met je levensenergie, zul je je willen ontplooien en groeien. Het is volkomen in orde om ervoor te zorgen dat je je behoeften vervuld krijgt. Het is volkomen in orde om te vragen om wat je wilt hebben. Luister aandachtig naar wat jouw kind wenst en nodig heeft en ga ervoor. Je zult merken dat er straks geen censuur is op het voelen van je behoeften, je beter in staat zult zijn te voelen welke behoeften wezenlijk voor je zijn en welke niet. Zijn we uit contact geraakt met onze verlangens en wensen dan stagneert onze levensenergie waardoor de kans groot is dat we op den duur depressief raken en het leven grauw wordt.

3. Het is volkomen in orde en noodzakelijk om veel plezier te maken en te spelen.

Het is ook volkomen in orde om seksueel spel leuk te vinden. Onze zijnsbehoeften worden vervuld wanneer wij ons Kind toestaan om te spelen. De volwassene neigt ertoe vooral “nuttige” dingen te doen en doe-lijstjes af te maken, hij is doelgericht. Het kind wil genieten in het nu; het is zijnszicht. Open je voor de talloze manieren waarop je meer je kind, je zijn, kunt toelaten in je volwassen doe-wereld. Het “straks genieten” is een illusie, want er is alleen maar hier-en-nu! “Straks genieten” is de winterpeen aan het hengeltje die de volwassene zichzelf voorhoudt om door te kunnen sjokken op een pad dat je wegleidt van jezelf.

4. Neem de signalen van je kind serieus, luister ernaar.

Bij de meeste kinderen is de werkelijkheid van wat wij voelden en waarnamen in meer of mindere mate ontkend: “Nee hoor kindje, er is niets aan de hand met mammie” (na een hevige ruzie met je vader). Jouw kind voelt de dingen vaak sneller aan dan je volwassenen met zijn ratio. Bescherm jouw “gouden” Kind tegen de misleiding en het gelieg van de buitenwereld en vertrouw op zijn waarneming. Stel het niet bloot aan schadelijke ervaringen, zoals bijv. horrorfilms.

5. Het is heel belangrijk om eerlijk te zijn, zowel naar jezelf als naar anderen.

Eerlijkheid schept helderheid waardoor je eens steeds beter zicht ontwikkelt op de werkelijkheid. Dit maakt dat je je in je leven heel veel pijn kunt besparen door de juiste keuzes die je kunt gaan maken. Leef je je leven “in waarheid” dan zul je een grote gemoedsrust ervaren. Alleen dan kan je kind er werkelijk zijn. Daarom is het zo belangrijk dat je alle vormingen in je denken bij jezelf gaat corrigeren. Zo kun je vanuit je kind in magisch denken zijn blijven hangen. Een voorbeeld: “Als ik nou maar alles voor die ander doe, dan gaat hij/zij vast wel van mij houden”. Een andere vervorming vanuit het “zorgenkind” is dat je altijd het slechtste verwacht, het zogenaamde “doemdenken”. Als kind hebben we op grond van onze beperkte ervaring vaak algemene conclusies getrokken over de werkelijkheid. Daar ligt de oorsprong van onze neiging tot generaliseren. Als we zouden stoppen met generaliseren, zouden er in de wereld geen redenen zijn om oorlog te voeren. Wij doen de werkelijkheid geweld aan als we generaliseren. Voorbeeld: “Mannen denken maar aan 1 ding..”. De werkelijkheid is altijd veel genuanceerder, daarom zouden we ook andere vormen van zwart-wit denken los moeten laten zoals bijvoorbeeld: “Als je mij hierin niet steunt, heb je dus een hekel aan mij”.

6. Het is belangrijk de bevrediging van je verlangens soms uit te stellen.

Als je ouders niet in jouw behoeften als kind konden voorzien was dat heel bedreigend. Uit angst niet te krijgen wat het nodig had is jouw kind misschien wel heel dringend geworden. Elke keer wanneer jouw dwingende kind het heft in handen wil nemen kun je het vertellen dat de situatie nu anders is dan toen, dat er nu wel een volwassene is, jijzelf, die in staat en bereid is voor dit kind te zorgen. Laat je kind voelen dat je om hem geeft door tijd voor hem vrij te maken en dingen te doen waarvan jouw kind houdt. Misschien wil het regelmatig bubbelbaden nemen, naar Disneyfilms kijken of naar de kermis. Goed zorgen voor je kind kan echter ook betekenen dat jij als volwassene de vervulling van zijn verlangens soms uitstelt. Beter dan je kind kan jij de grenzen inschatten van wat mogelijk is en wat niet.

7. Het is belangrijk dat je een uitgewogen gevoel van verantwoordelijkheid ontwikkelt.

Dit betekent dat je de consequenties van wat jij doet accepteert en weigert de consequenties te accepteren van wat een ander doet. Kom je uit een wederzijds afhankelijke familie dan is er per definitie een verwarring over waar jouw verantwoordelijkheid ophoudt en die van een ander begint.

8. Je mag gerust fouten maken.

Fouten zij grote leraren. Geef je Kind de vrijheid om vergissingen te maken. Vergissingen mogen maken geeft ons Kind de ruimte om spontaner te zijn.

9. Het is belangrijk om de gevoelens, noden en verlangens van andere mensen te respecteren en naar waarde te schatten.

Andere mensen geweld aandoen, in welke vorm ook, leidt tot schuldgevoelens en tot het moeten aanvaarden van de gevolgen. Leer je kind andere mensen lief te hebben, te waarderen en te respecteren, zoals je jezelf liefhebt, waardeert en respecteert.

10. Je mag gerust problemen hebben.

Die moeten worden opgelost. Je mag gerust conflicten hebben. Die moeten ook worden opgelost. Groei betekent dat je van het ene stel problemen overstapt op een beter stel problemen. Leer je Kind dat problemen normaal zijn en dat hij ze moet accepteren. Uiteindelijk vormen problemen geen problemen meer maar gaan we ze zien als uitdagingen.

11. Open je voor steun in je leven vanuit een hogere bron.

Van nature ben je een spiritueel wezen. Als baby leefde je ooit een oceanisch gevoel van eenheid met de wereld om je heen. Het weten dat je in een goddelijk en weldadig universum leeft, dat er een hogere macht is die voor jou zorgt, is op het niveau van het magische Kind nog steeds aanwezig. Naarmate je je Kind geneest, breek je alle lagen van pijn en illusie af die je van je hogere Bron hebben afgescheiden. Je kunt dit proces versnellen door contact te zoeken met die hogere bron via gebed, meditatie, of door bijvoorbeeld die natuur in te gaan.

Het Innerlijke Kind in ons
Natuurverschijnsel in Birma